dinsdag 6 augustus 2019

Over suikerbieten en kroketten


Toen ik jong was hadden we altijd een grote pot drop in de kast bij de achterdeur staan, als ik buiten ging spelen pakte ik niet een dropje maar een handje drop. Elke dag. Soms 3, 4 of 5 keer. Ik heb tot de dag vandaag moeite met beschaafd een koekje nemen, of een handje nootjes. Die zak moet leeg, tenminste, als ik thuis ben. In gezelschap kan ik me gedragen =)

Mijn ouders wilden ons daarmee laten delen in de welvaart die voor hun nieuw was. Mijn vader kwam uit een groot gezin, mijn moeder niet, maar beiden waren opgegroeid met één of twee keer per week een stukje vlees op tafel, misschien nog een keer vis (kabeljauw, want dat was toen het goedkoopst) en de andere dagen de restjes door een stamppot, of soep met balletjes, maar verder geen overdaad aan vlees of vis
Koekjes, snoepjes en chips kende mijn vader uit zijn jeugd niet en mijn moeder alleen bij bijzondere gelegenheden

Toen hun generatie het in de jaren ‘60 beter kreeg kwam er zo langzaamaan bij elk kopje koffie een koekje te liggen, zo maar op elke doordeweekse dag. Elk weekeinde bakte mijn moeder met plezier boterkoek of appeltaart, bij vriendinnen thuis die minder enthousiaste moeder hadden werd er cake of roze koeken gekocht. 
Als tiener mocht ik van mijn zakgeld hele zakken chips kopen en zo naar binnen schuiven, of bonbonblocs. Bij het laatste stuk voelde ik me dan weliswaar licht misselijk worden, maar toch ging ook dát naar binnen

(zo veel geluk met mijn genen, ik hoor echt tonnetje-rond te zijn met mijn eetpatroon, maar op een lief randje vet na valt het reuze mee)



Daar zou zó veel mee gewonnen kunnen worden als we alleen dingen aten die ons lichaam nodig heeft. Gewoon, voedsel. 
Er is vaak in het nieuws hoeveel voedsel wordt weggegooid wordt maar wat van van alle meuk die we produceren om te eten die nergens goed voor is. Niet voor ons lichaam en niet voor de wereld.
Zou dat al eens onderzocht zijn, welk deel van de landbouwgrond wordt gebruikt voor suikerbieten voor snoep en koek? Hoeveel sneue kippen dagelijks in een kille stal ei na ei leggen die in koekjes en cakes belanden? Hoeveel graan er wordt verbouwd voor koek, hoeveel aardappels voor chips en patat, hoeveel dieren er een kutleven hebben om in een kroket te belanden? Als we nu alleen nog voedsel zouden eten zou er zo veel gewonnen worden. Obesitas, diabetes. Minder (véél minder) intensieve landbouw en veeteelt. Waarmee weidevogels, insecten, schimmels en noem zo nog een hele zwik weer ruimte krijgen om te leven. En de koeien misschien weer naar buiten kunnen. Er weer ruimte komt voor ‘gemengde boerenbedrijven’ of natuurinclusieve landbouw. Herenboeren. Multifunctionele landbouw. Het kan heel snel gaan, zo’n ommekeer. Als iedereen hier nou eens bewuster mee bezig ging. Bij elke zak chips beseffen dat die aardappels zijn verbouwd op land waar ook muizen horen te leven. Nadenken voordat je klakkeloos een pak custardcakes in je mandje stopt, voordat je bitterballen koopt. Als de supermarkten week na week veel minder shizzle verkopen, zullen ze het minder inkopen. Dat signaal wordt snel genoeg opgepakt bij de inkooporganisaties die minder afnemen bij de boeren of coöperaties. Binnen enkele maanden zullen eierboeren minder nieuwe legkippen kopen als de oude legkippen met pensioen gaan. Het volgende seizoen zal een landbouwer minder suikerbieten poten, en op de niet gebruikte akker misschien uit experiment met biologische vergeten groenten zetten. Ik ga hier de belofte doen. Aan mezelf. Aan de wereld? Online, openbaar. Ik koop alleen nog zo nu en dan chips, koekjes of ander non-voedsel voor in het weekeinde. Lekker op zaterdag op de bank bij een filmpje. Niet meer door-de-weeks. Niet meer ‘omdat het kan’ Ben ik nu naïef, dat ik denk dat het nog kan, de boel keren? Volgens mij kan het namelijk echt, gewoon als wij ons bewuster worden van de gevolgen van ons koopgedrag. Dat het moet staat voor mij als een paal boven water.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten