zondag 25 augustus 2019

En toen was het allemaal anders...

Wat ik me niet heb gerealiseerd toen ik besloot weer te gaan bloggen is dat de situatie volledig ende totaal anders is dan toen ik mijn laatste serie blogde.

Ik woonde destijds op een ver weg Antilletje en deed afgeschermd verslag van mijn leven daar. Cultuurshocks, mijn strijd met het schoolbestuur, domme aannames die ik voor vertrek had gedaan en waarvan ik terug moest komen, alles ging de lucht in. Deels voor het thuisfront, deels om mezelf een dure therapeut te besparen =)
De blog was alleen toegankelijk na mijn akkoord en zo kon ik frank en vrij mijn visie spuien op wat er gaande was in mijn wereldje daar. Niemand van mijn mede-eilandbewoners zou het ooit lezen

Nu probeer ik een openbaar blog te schrijven en als ik zou schrijven wat mij raakt, wat er nu gaande is, dan raakt dat ook de mensen om mij heen.
Vorige week zat ik te popelen om over een stevige discussie met mijn zus te schrijven, waarbij onze levensovertuigingen hard botsten terwijl we ons op een van de fijnste plekjes van Europa bevonden. Dat doe ik dan niet. Dat raakt namelijk ook haar, het betreft ook haar mening en ik vind het dan niet 'aan mij' om dat online te zetten.
Soms zie ik zaken om me heen gebeuren die waarschijnlijk meer normaal zijn voor een boeren omgeving. Zaken die me storen. Maar ik woon hier, en mogelijk lezen dorpsgenoten zo'n stukje. Wat doet dat? En dus schrijf ik het niet op.
Vuile (maar ook de schone als iemand er geen toestemming voor geeft) was hou je immers binnen
 


Wat rest er dan? Zeer gekleurde opiniestukken. Maar daar mis ik de wetenschappelijke en journalistieke kennis voor, maar vooral de tijd om te fact-checken. Dus wat ik nu de wereld in slinger bevalt me ook niet. Het wordt al te snel deprimerende 'kijk wat er allemaal mis is inde wereld' gespui.

En nu? Stoppen? Kan.
Of toch – heel voorzichtig – wel gaan schrijven over mijn wereldje. Wat er om mij heen gebeurd en wat ik daar bij denk, daar bij voel. Eng. 

 

Nachtelijke overpeinzingen

Ik snap helemaal niets van hoe dat werkt met de evolutietheorie 
Het zou toch logisch zijn dat de meest stille muggen en muggen die geen bultjes achterlaten in de loop van de jaren meer kans hebben gehad om te overleven dan muggen die irritant  geluid maken en die hun voedselbron tot last zijn met jeukende akelige bultjes.
Toch is dat niet zo dus blijkbaar heb ik iets niet helemaal goed begrepen van deze theorie van de 'survival of the fittest'.


Muggen die geruisloos zijn en wiens prikken geen bultjes achterlaten mogen van mij nachtelijks heus wat bloed komen tappen.  Volgens mij van iedereen. Die zouden dus in de loop van de eeuwen veel meer kans op overleven gehad moeten hebben dan die kutmuggen waar we het nu mee moeten doen? 


Wie legt me dit uit?
En als je dan toch bezig bent, waarom prikken ze altijd op de bottige delen- waar de jeuk het ergste is?



dinsdag 20 augustus 2019

Mooi hemdje

Ik denk dat we er allemaal mee opgegroeid zijn om ons eigen volk, ons eigen land,  ons eigen diersoort belangrijker vinden dan al het andere. Het is waarschijnlijk erg natuurlijk.
Als er een treinongeluk is in het buitenland en er zijn 47 doden gevallen, waaronder geen Nederlanders dan halen we hier opgelucht adem. Als er een bomaanslag is geweest ergens in Europa staan de kranten daar weken van vol. Hoe dichterbij hoe erger we het vinden. Dat er dagelijks bomaanslagen zijn in andere landen komt bijna niet in het reguliere nieuws.

Ook met dingen als bosbranden. Je kunt dan lezen dat er ergens een vreselijke brand is geweest maar gelukkig waren alle mensen op tijd geëvacueerd. Dat er honderden of zelfs misschien duizenden dieren, insecten, bomen, bloemen dood zijn gegaan wordt zelfs niet genoemd. Nee, gelukkig geen mensen. Dat telt

Ikzelf maak me ook schuldig aan het 'het hemd is nader dan de rok'-fenomeen. Ik kan me nog zo heel goed herinneren dat ik jaren terug lekker in de tuin aan het rommelen was, ik zat eventjes met een kopje thee te genieten toen een vriend belde: "Heb je het al gehoord?"
"Wat?"
"Er is een aanslag geweest in het World Trade Center!"
Ik zat direct rechtop op het bankje "Wat? In Rotterdam?"
"Nee"
Ik ontspande meteen. 

                          Pas uren later besefte ik wat er in New York was gebeurd

Ik ben me erg bewust van dit hemd-rok denken en vraag ik het me af: zouden mensen het echt niet willen weten? Zou het kunnen uitmaken in onze beleving als het voortaan wel wordt benoemd?
Stel je nieuwsberichten voor als:
"Bomaanslag vanmiddag in Breda, 14 doden, dat zijn er 28 minder dan de bomaanslag in Kabul gisteren." 

of
"Overheid heeft akkoord gegeven op aanleg 60 km extra snelweg tussen Utrecht en Rotterdam. Hiervoor moeten 475 bomen worden gekapt waardoor 5.878 vogels hun habitat kwijt zijn, alsmede 7.560 knaagdieren, er 120 km aan bijenstroken verloren gaat en naar schatting per jaar 13.500 insecten extra dood zullen gaan. "

Zou het verschil maken?

Om de wereld op te delen in wij en zij is een heel natuurlijk ding. Ik denk dat de meeste diersoorten dit kennen, zelfs de bomen lees ik in 'The Hidden Life Of Trees'. Bomen zullen andere bomen van hetzelfde soort eerder voeding toestoppen als die dat nodig hebben dan bomen van een ander soort. Al verdelen de schimmels ondergronds wel weer voedingsstoffen tussen verschillende soorten.
Dat komt de diversiteit van het bos ten goede en uiteindelijk is dit ook beter voor de donerende soort omdat een divers bos ook de overlevingskansen van een specifiek soort vergroot

Zouden de schimmels dit beseffen of hebben ze hun eigen motieven?

Hoe dan ook, mensen bulken van de kennis. Met het internet zouden we in theorie alles zó weten. Maar we kiezen er alleen voor onwetend te zijn.

In het Caribisch Engels betekent 'ignorant' niet onwetend zonder bijsmaak. Het geeft aan dat je iets willens en wetens negeert en daarom niet weet.
Dat zijn wij allen. Ignorant. We negeren alles wat ons niet uitkomt.

Kijk eens wat een mooi hemd ik draag. En de rok? Die sleept dagelijks door de bloederige modder - maar zo ver kijken we niet naar beneden

Afbeeldingsresultaat voor cartoon bosbrand

dinsdag 6 augustus 2019

Over suikerbieten en kroketten


Toen ik jong was hadden we altijd een grote pot drop in de kast bij de achterdeur staan, als ik buiten ging spelen pakte ik niet een dropje maar een handje drop. Elke dag. Soms 3, 4 of 5 keer. Ik heb tot de dag vandaag moeite met beschaafd een koekje nemen, of een handje nootjes. Die zak moet leeg, tenminste, als ik thuis ben. In gezelschap kan ik me gedragen =)

Mijn ouders wilden ons daarmee laten delen in de welvaart die voor hun nieuw was. Mijn vader kwam uit een groot gezin, mijn moeder niet, maar beiden waren opgegroeid met één of twee keer per week een stukje vlees op tafel, misschien nog een keer vis (kabeljauw, want dat was toen het goedkoopst) en de andere dagen de restjes door een stamppot, of soep met balletjes, maar verder geen overdaad aan vlees of vis
Koekjes, snoepjes en chips kende mijn vader uit zijn jeugd niet en mijn moeder alleen bij bijzondere gelegenheden

Toen hun generatie het in de jaren ‘60 beter kreeg kwam er zo langzaamaan bij elk kopje koffie een koekje te liggen, zo maar op elke doordeweekse dag. Elk weekeinde bakte mijn moeder met plezier boterkoek of appeltaart, bij vriendinnen thuis die minder enthousiaste moeder hadden werd er cake of roze koeken gekocht. 
Als tiener mocht ik van mijn zakgeld hele zakken chips kopen en zo naar binnen schuiven, of bonbonblocs. Bij het laatste stuk voelde ik me dan weliswaar licht misselijk worden, maar toch ging ook dát naar binnen

(zo veel geluk met mijn genen, ik hoor echt tonnetje-rond te zijn met mijn eetpatroon, maar op een lief randje vet na valt het reuze mee)



Daar zou zó veel mee gewonnen kunnen worden als we alleen dingen aten die ons lichaam nodig heeft. Gewoon, voedsel. 
Er is vaak in het nieuws hoeveel voedsel wordt weggegooid wordt maar wat van van alle meuk die we produceren om te eten die nergens goed voor is. Niet voor ons lichaam en niet voor de wereld.
Zou dat al eens onderzocht zijn, welk deel van de landbouwgrond wordt gebruikt voor suikerbieten voor snoep en koek? Hoeveel sneue kippen dagelijks in een kille stal ei na ei leggen die in koekjes en cakes belanden? Hoeveel graan er wordt verbouwd voor koek, hoeveel aardappels voor chips en patat, hoeveel dieren er een kutleven hebben om in een kroket te belanden? Als we nu alleen nog voedsel zouden eten zou er zo veel gewonnen worden. Obesitas, diabetes. Minder (véél minder) intensieve landbouw en veeteelt. Waarmee weidevogels, insecten, schimmels en noem zo nog een hele zwik weer ruimte krijgen om te leven. En de koeien misschien weer naar buiten kunnen. Er weer ruimte komt voor ‘gemengde boerenbedrijven’ of natuurinclusieve landbouw. Herenboeren. Multifunctionele landbouw. Het kan heel snel gaan, zo’n ommekeer. Als iedereen hier nou eens bewuster mee bezig ging. Bij elke zak chips beseffen dat die aardappels zijn verbouwd op land waar ook muizen horen te leven. Nadenken voordat je klakkeloos een pak custardcakes in je mandje stopt, voordat je bitterballen koopt. Als de supermarkten week na week veel minder shizzle verkopen, zullen ze het minder inkopen. Dat signaal wordt snel genoeg opgepakt bij de inkooporganisaties die minder afnemen bij de boeren of coöperaties. Binnen enkele maanden zullen eierboeren minder nieuwe legkippen kopen als de oude legkippen met pensioen gaan. Het volgende seizoen zal een landbouwer minder suikerbieten poten, en op de niet gebruikte akker misschien uit experiment met biologische vergeten groenten zetten. Ik ga hier de belofte doen. Aan mezelf. Aan de wereld? Online, openbaar. Ik koop alleen nog zo nu en dan chips, koekjes of ander non-voedsel voor in het weekeinde. Lekker op zaterdag op de bank bij een filmpje. Niet meer door-de-weeks. Niet meer ‘omdat het kan’ Ben ik nu naïef, dat ik denk dat het nog kan, de boel keren? Volgens mij kan het namelijk echt, gewoon als wij ons bewuster worden van de gevolgen van ons koopgedrag. Dat het moet staat voor mij als een paal boven water.